Settela
Als het dit jaar 23 december is, sta ik even stil bij de verjaardag van een meisje dat ik nooit heb gekend. En wier verjaardag al meer dan zeventig jaar niet meer gevierd wordt. Settela was haar naam, geboren in 1934 in Born, grootgebracht in een woonwagenkamp in Eindhoven. En in 1944, een half jaar voor haar tiende verjaardag met papa en mama en alle negen broertjes en zusjes opgepakt en weggevoerd naar ‘Durchgangslager Westerbork’, op de onmetelijke heide in Drenthe. In barak 69 verbleef ze slechts enkele dagen, weken hooguit.
Settela Steinbach. Dat was de volledige naam van het Sinti-meisje. Jarenlang een van de vele duizenden onbekenden die tijdens de Duitse bezetting terechtkwamen in Westerbork en na een verblijf in de kille barakken met een Duitse goederentrein naar de vernietigingskampen in Oost-Europa werden vervoerd. De namen van de kampen staan bij de entree van Herinneringscentrum Westerbork, vlakbij de radiosterrenwacht van Hooghalen. Sobibor. Theresiënstadt, Mauthausen. Treblinka. En natuurlijk Auschwitz-Birkenau. Rillingen…
Auschwitz-Birkenau was het eindstation van de trein die op 19 mei 1944 in Westerbork vertrok en naast 244 mannen, vrouwen en kinderen ook Settela vervoerde. Waarom we dat weten? Settela was het Sin-ti-meisje waarvan een - inmiddels wereldberoemde - foto werd gemaakt. Angstig, maar ook een beetje gelaten tuurt ze uit de goederentrein naar buiten, kort voordat bewakers de loodzware deuren vergrendelen. Een ooggetuige liet later optekenen dat Settela een hondje zag lopen en daarom nog even naar buiten keek. Dat doen meisjes van 9 jaar. Tot haar moeder haar naar binnen trok, de deuren keihard dichtsloegen en de reis naar een onbekende wereld begon. Een reis naar de hel…
Velen hadden trouwens geen idee waar de treinen heengingen die in Westerbork halt hielden. Op het immense terrein, alleen te voet bereikbaar vanaf het herinneringscentrum, zijn enkele ansichtkaarten uitvergroot en in glazen lijsten gezet. Ze laten de laatste woorden zien die op briefkaarten werden geschreven, kort voordat het vertrek naar het Oosten nabij was. Soms uit de trein gegooid, later gevonden.
De zinnen op de kaarten zijn stuk voor stuk huiveringwekkend: ‘We zijn met de hele familie in de trein’. En: ‘Ik wil even berichten dat ik op reis ga. Ik ben hier een week geweest en ga nu verder’. Of: ‘Tot na de oorlog, allerliefste schat!’
Settela kwam na een barre tocht van drie dagen en nachten met haar ouders, broertjes en zusjes terecht in een apart gedeelte van Auschwitz-Birkenau. De SS had dat speciaal gereserveerd voor Sinti en Roma en hun lot stond vast. Op 31 juli 1944 werd Settela in de gaskamers om het leven gebracht.
Het verhaal van Settela staat niet op zichzelf. Er kunnen honderden, ja duizenden verhalen opgetekend worden van al die vaders en moeders, opa’s en oma’s en duizenden kinderen die via het ‘Durchgangslager’ in Westerbork werden weggevoerd. Velen kwamen om in de gaskamers of stierven van ontbering. Enkelen kwamen ook terug; hun verhalen maken dat we nu weten tot welke verschrikkingen het schrikbewind van Adolf Hitler in staat was.
En ook het verhaal van Settela is gelukkig bekend. Het verhaal van het onbekende meisje dat uit de goederentrein gluurt is opgetekend aan de hand van historisch onderzoek en gesprekken met getuigen. Overlevenden dus, die met haar in die wagon zaten. Vergeet de indrukwekkende documentaire van Rudolf Bresslauer trouwens niet. Die het verhaal vertelt van ‘het onbekende meisje met de hoofddoek’.
Wie op een gure novemberzondag over het uitgestrekte terrein van het vroegere Durchgangslager wandelt, kan zich eigenlijk nauwelijks voorstellen welke ontberingen al die duizenden mensen hebben moeten doorstaan alvorens ze ‘verder op reis’ gingen. Hier, ver weg in Drenthe - in een kamp dat nota bene al voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog door de Nederlandse overheid werd ingericht om (joodse) vluchtelingen uit Duitsland op te vangen – werden ze achter prikkeldraad opgesloten in barakken.
Net buiten het terrein staat nog altijd de Kommandantur, een houten huis dat onder een beschermende glazen constructie geplaatst om te voorkomen dat het ooit van ellende zal instorten. Verderop een nagebouwde barak, twee wagons en de rails die gebogen richting hemel wijzen. Een monument dat herinnert aan wat hier is gebeurd. 102.000 mensen verbleven hier voor korte of lange tijd, slechts 5.000 keerden terug…
Evenveel kleine rode steentjes met daarop een davidsster of een vlammetje herinneren aan hun verblijf, hun ontbering, hun dood. De stilte is op deze plek oorverdovend. Maar als de zon even doorbreekt en de donkere buienlucht uiteen wordt gedreven, laat een prachtige regenboog zich zien en wellen de tranen op. Die regenboog doet me denken aan Settela. Zou ze in haar jonge leven ooit zo’n mooie regenboog hebben gezien?