Sante Caterina
‘Als ik ooit de loterij win, koop ik daar een huis…’ Het is een gevleugelde uitspraak in huize Cleutjens. Als die hoofdprijs met jackpot ooit gevallen was, had ik al jaren aan de Plaza Major van Salamanca, de Rue Guy de Maupassant in Étretat of misschien wel Rue Saint-Placide in Parijs gewoond.
Ik moest hieraan denken toen ik Mathieu van der Poel zaterdag in de slotkilometers van de Strade Bianchi door de middeleeuwse binnenstad van Siena zag koersen. Ik zag meer dan de in Kapellen geboren geweldenaar. Ik zag de huizen, de luiken, de straten, de rode dakpannen die vanuit de helikopter zo mooi in beeld werden gebracht. En hoorde in de verte de regisseur vloeken omdat hij de renners voortdurend kwijtraakte in de wirwar van straatjes en steegjes die Siena zo mooi maken.
Mistroostige buitenwijken
Siena. Ik prijs me intens gelukkig dat ik deze stad al een paar keer heb mogen bezoeken. Of het de allermooiste stad van de wereld is? Ach, er zijn zoveel mooie plekken. Maar Siena heeft echt alles. Vanuit welke windrichting je ook komt, er is geen ontkomen aan. Eerst het idyllische zongebruinde Toscaanse landschap, dan de mistroostige buitenwijken en dan is daar ineens… De Stad. De Muren. De Poorten. Het Plein. Piazza del Campo. Palazzo del Publicco. Torre del Mangia.
Hier wordt tweemaal per jaar de Palio verreden, een iconische paardenrace waaraan ruiters uit alle stadswijken meedoen en strijden om de eer en de glorie. Zaterdag reed Mathieu zijn eigen Palio en liet hij zijn tegenstanders achter zich. Met gemak. Zelden zag ik Mathieu zo jubelend over de meet komen als op de Piazza del Campo in Siena. Strade Bianchi, de koers die hij zo graag wilde winnen. En dus won. Want zo is Mathieu…
Een knetterend brommertje
Wat mij is bijgebleven is de slotdemarrage in de Via Sante Caterina. Een deksel steil straatje dat begint bij de Porta di Fontebranda en eindigt op de Via delle Terme, de plek waar Mathieu rechtsaf sloeg en Julian Alaphilippe hem uit het oog verloor.
Iets meer dan twee jaar geleden stond ik op deze plek en bleef ik onophoudelijk foto’s maken. In kleur en zwart-wit. Overrompeld door de schoonheid van de stad, het geroezemoes van toeristen, een knetterend brommertje. In de verte de contouren van basiliek San Domenico. Links en rechts luiken en lantaarns. Balend van dat ene autootje dat het beeld vertroebelt, een Toyota nog wel.
Via Sante Caterina. Wat een prachtige straat. Je raadt het al. Als ik ooit de loterij win…